Facilitating Youth’s Curiosity in Learning: Needs-based Ecological Examinations

Auteurs: Haoyan Huang, Xin Tang, en Katariina Salmela-Aro

Publicatie: Journal of Youth and Adolescence, 53, 595–608.

Publicatiejaar: 2024

Download: link.springer.com/article/10.1007/s10964-023-01936-x


Bevordering van de nieuwsgierigheid van jongeren van 10 en 15 jaar in leren: Een verkenning van de basisbehoeften vanuit ecologisch perspectief.

Uitgewerkt door Henderien Steenbeek en Vera de Vries

Dit artikel onderzoekt de factoren die de nieuwsgierigheid van leerlingen stimuleren vanuit drie fundamentele psychologische behoeften.

Het onderzoek richt zich specifiek op de manier waarop ouders, leraren en scholen kunnen bijdragen aan de bevrediging van deze behoeften, en onderzoekt ook leeftijdsverschillen in de stimulering van nieuwsgierigheid.

De studie baseert zich op twee belangrijke theorieën: de zelfdeterminatietheorie (SDT) en het ecologische model van ontwikkeling. SDT stelt dat autonomie (het gevoel van vrijheid en zelfbepaling), competentie (het vertrouwen in eigen kunnen), en verbondenheid (de verbinding met anderen) essentieel zijn voor het stimuleren van nieuwsgierigheid.

Het ecologische model benadrukt daarnaast dat de ontwikkeling van leerlingen wordt beïnvloed door verschillende omgevingssystemen, zoals het gezin en de school, die beide als microsystemen fungeren (Bronfenbrenner & Morris, 2006).

Onderzoeksvragen

Het onderzoek richt zich op drie vragen:

  1. Hoe sterk zijn de behoeftengerichte factoren (autonomie, competentie en verbondenheid) geassocieerd met de nieuwsgierigheid van leerlingen?

  2. Welke factoren spelen de grootste rol in het bevorderen van nieuwsgierigheid?

  3. Hebben deze factoren een verschillend effect op verschillende leeftijden (po vs. vo)?

De onderzoekers startten het onderzoek met het idee dat alle vormen van ondersteuning van deze drie behoeften door zowel ouders als scholen een positieve invloed hebben op nieuwsgierigheid. Autonomie werd gezien als de belangrijkste stimulans voor nieuwsgierigheid, gevolgd door competentie en verbondenheid.

Uit de resultaten blijkt echter dat nieuwsgierigheid sterker gerelateerd is aan de ondersteuning van competentie en verbondenheid dan aan ondersteuning van autonomie. Het gevoel van competentie, gestimuleerd door verwachtingen en aanmoediging van leraren, bleek jongeren zelfverzekerder en meer gemotiveerd te maken om uitdagingen aan te gaan. Ook een sterke band met ouders en leraren (verbondenheid) bleek belangrijk voor de nieuwsgierigheid, vooral in uitdagende situaties waarin jongeren zich gesteund voelen.

Wat betreft leeftijdsverschillen ontdekten de auteurs dat bij leerlingen van 15 jaar (vo) de relatie met leraren belangrijker werd voor hun nieuwsgierigheid dan bij leerlingen van 10 jaar (po). Daarentegen was het gevoel van verbondenheid op school belangrijker voor de kinderen. De behoefte aan autonomie en competentieondersteuning nam af naarmate jongeren ouder werden.

 De bevindingen benadrukken het belang van een ondersteunende leeromgeving waarin zowel ouders als leraren bijdragen aan het bevorderen van nieuwsgierigheid door jongeren te helpen hun competentie te vergroten en sterke relaties te ontwikkelen. Voor leerlingen in het vo wordt geadviseerd om extra aandacht te besteden aan de relatie met leraren, terwijl voor leerlingen in het po het creëren van een sterk gevoel van verbondenheid op school prioriteit moet krijgen.

Het onderzoek concludeert dat de bevrediging van de behoeften aan competentie en verbondenheid cruciaal is voor het bevorderen van nieuwsgierigheid bij leerlingen, waarbij de rol van leraren naarmate leerlingen ouder worden belangrijker wordt. Dit biedt waardevolle inzichten voor het ontwikkelen van strategieën om nieuwsgierigheid in verschillende leeftijdsgroepen te stimuleren.

Praktische implicaties

Leraren kunnen de nieuwsgierigheid van leerlingen bevorderen door actief te werken aan het ondersteunen van hun competentie en verbondenheid. Voor leerlingen in het po (10 jaar) is het belangrijk een omgeving te creëren waar ze zich verbonden voelen met de school en hun klasgenoten. Dit kan door groepsactiviteiten en het opbouwen van een positieve klasdynamiek. Voor oudere leerlingen in het vo (15 jaar) is een sterke, persoonlijke band met de leerkracht essentieel. Leraren kunnen dit bereiken door bijvoorbeeld betrokkenheid te tonen, leerlingen aan te moedigen en hen te ondersteunen in het aangaan van uitdagingen. Hierdoor kunnen leraren een ondersteunende leeromgeving bieden die nieuwsgierigheid aanwakkert en leerlingen stimuleert om verder te leren en te ontdekken.

Vervolgonderzoek

Toekomstig onderzoek zou kunnen kijken naar langetermijneffecten van behoeftengerichte ondersteuning op nieuwsgierigheid en hoe deze verschilt in verschillende culturele contexten.

Volgende
Volgende

“Girls’ and Boys’ Perceptions of the Transition from Primary to Secondary School”