Overgang van po naar vo: Kansengelijkheid en de rol van de warme overdracht. Onderzoeksrapport Fontys

Dr. Antoinette D. A. Kroes, docent-onderzoeker bij Fontys Hogeschool Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg Kenniscentrum Youth Education for Society, voerde dit onderzoek uit als lid van de kenniskring van dr. Linda van den Bergh, binnen het Fontys-lectoraat Waarderen van Diversiteit.
Dr. Linda van den Bergh is tevens als lector verbonden aan LEPOVO.

De overgang van primair onderwijs (po) naar voortgezet onderwijs (vo) is een belangrijk overgangsmoment in de onderwijsloopbaan van leerlingen, waarbij kansenongelijkheid groter kan worden. Dit onderzoek is gericht op hoe deze transitie verloopt en welke rol kansengelijkheid en de warme overdracht hierbij spelen.

Inhoud

Het onderzoek bestond uit semigestructureerde interviews met 14 onderwijsprofessionals uit verschillende regio's in Nederland en Vlaanderen. De deelnemers, afkomstig uit zowel het primair als voortgezet onderwijs, variëren in functies, waaronder groepsleerkrachten, intern begeleiders en zorgcoördinatoren. De interviews werden kwalitatief geanalyseerd en gecodeerd.

Advisering en plaatsing

Nederlandse leerlingen krijgen aan het eind van het basisonderwijs een bindend schooladvies, op basis van data uit het leerlingvolgsysteem. Ook factoren zoals de leerhouding en doorzettingsvermogen van de leerling spelen mee. Sommige scholen gebruiken hulpmiddelen zoals een “routekaart” om de advisering te structureren en kansengelijkheid te bevorderen. De vo-scholen baseren hun plaatsing grotendeels op het advies van de basisschool. Ondanks de invoering van de doorstroomtoets, die sinds afgelopen jaar verplicht gebruikt moet worden voor het bijstellen van adviezen, geven vo-professionals aan dat zij vertrouwen hebben in de advisering vanuit het po. Wel heerst er onder hen een zekere bezorgdheid dat de doorstroomtoets te hoge adviezen genereert, wat kan leiden tot mogelijke afstroom van leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Activiteiten ter ondersteuning van de overgang

Om de overgang soepel te laten verlopen, organiseren scholen diverse activiteiten zoals open dagen, wendagen en kennismakingsgesprekken met mentoren. Op sommige scholen worden extra activiteiten aangeboden, zoals faalangsttrainingen en verrijkingsprogramma’s voor leerlingen met een vmbo-advies. In sommige regio’s worden ook activiteiten georganiseerd waar po- en vo-professionals samenkomen.

Ondanks deze inspanningen is er nog ruimte voor verbetering in de afstemming tussen po en vo. Een gebrek aan afstemming heeft onder andere tot gevolg dat po en vo op verschillende vlakken niet goed op elkaar aansluiten, zoals op de inhoud en het pedagogisch handelen. Het gebrek aan afstemming komt bijvoorbeeld door praktische belemmeringen zoals de AVG- wetgeving en logistieke uitdagingen. De meeste deelnemers ervaren hierbij weinig sturing vanuit het samenwerkingsverband en de gemeente.

De warme overdracht

De warme overdracht, een gesprek tussen po- en vo-professionals over de leerling, kan volgens de meeste deelnemers zorgen voor aanvullende informatie die niet in het leerlingdossier staat. Zo kan de vo-school een goed beeld krijgen van de onderwijsbehoeften van de leerling en zorgen voor een goede start. De uitvoering van de warme overdracht varieert tussen scholen. In sommige gevallen wordt het gesprek gevoerd over alle leerlingen, terwijl andere scholen dit alleen doen voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Het betrekken van ouders en leerlingen zelf wordt alleen in het speciaal onderwijs structureel gedaan. De opgehaalde informatie komt meestal terecht bij de mentor, maar niet bij andere docenten. Het omgaan met gevoelige informatie over de leerling en diens ouders vormt een uitdaging.

Kansengelijkheid

Onderwijsprofessionals hebben aandacht voor verschillende leerlingkenmerken die kunnen leiden tot kansenongelijkheid. Vooral diagnostische labels worden daarbij benoemd. De geïnterviewde po-professionals denken er bij de warme overdracht over na welke informatie ze doorgeven en welke informatie ze achterhouden, zodat leerlingen een frisse start kunnen maken. Verschillende deelnemers geven aan dat ze de nadruk leggen op positieve eigenschappen en talenten van de leerling. Tegelijkertijd zijn er soms zorgen dat er informatie wordt achtergehouden, waardoor een leerling niet tijdig ondersteunt wordt. Twee van de deelnemers spreken bewust over hun eigen rol in bevooroordeling, andere deelnemers geven er tijdens de interviews geen blijk van dat hun eigen blik mogelijk gekleurd is.

Hoewel niet elke professional zich bewust inzet om kansengelijkheid te bevorderen in de overgang van po naar vo, zijn bij elke deelnemer strategieën zichtbaar die hier aan bijdragen. Het scala aan activiteiten in de overgang en het aanbieden van brede brugklassen zijn hier goede voorbeelden van. Tegelijkertijd worden er ook belemmeringen ervaren, zoals het gebrek aan terugkoppeling van vo naar po, wat scholen belemmert om hun aanpak te evalueren en te verbeteren.

Samenvattend toont het onderzoek aan dat de overgang van po naar vo veel aandacht vereist, vooral op het gebied van kansengelijkheid. De warme overdracht biedt kansen om leerlingen te ondersteunen, maar kan ook leiden tot vooroordelen. Om deze overgang te verbeteren, zouden gemeenten, samenwerkingsverbanden en scholen meer moeten investeren in de afstemming tussen po en vo scholen en professionals, professionalisering en het betrekken van zowel ouders als leerlingen in het proces.

Volgende
Volgende

Hoge verwachtingen in de brugperiode: derdejaars studenten ontwerpen