Liemers College Didam

In het kader van het overkoepelend onderzoek door LEPOVO zijn diverse scholen in beeld gebracht. Hoe organiseert het Liemers College (vestiging Didam) een soepele, kansrijke overgang voor leerlingen tussen PO-VO?

Paspoort

Naam school: Liemers College, vestiging Didam, werkwijze opgezet in 2020

Type onderwijs: heterogeen VO

Naam geïnterviewde: Ronald Smidts - locatiedirecteur locatie Didam

Bestuur: Quadraam

Van PO naar VO bij het Liemers College

  • Waartoe leren zij? Kinderen ontwikkelen zich volop, daarom past een twee-of driejarige brugklas beter. Zo krijgen ze de tijd en de kans zich te ontwikkelen en te ontdekken welk niveau het beste aansluit bij hun mogelijkheden en talenten.

  • Waarheen leren zij? Wij willen toewerken naar een uitgesteld schooladvies, zodat leerlingen uiteindelijk op de plek terechtkomen die het beste bij hen past.

  • Wat leren zij? Leerlingen worden bij plaatsing bewust gemengd, zonder het schooladvies bekend te maken. Docenten ontdekken via formatieve evaluatie wat de leerlingen kunnen. Rond de kerstvakantie volgt per vak een eerste vrijblijvend dubbeladvies (bijvoorbeeld havo/vwo). In maart volgt een leerlingbespreking en een dubbeladvies voor alle vakken op basis van de vakadviezen, de eerste toetsen en het basisschooladvies. Indien nodig wordt voor een leerling een actieplan opgesteld. Halverwege leerjaar 2 volgt opnieuw een uitgebreide leerlingbespreking met een definitief, enkelvoudig plaatsingsadvies. In de laatste drie maanden van leerjaar 2 moeten leerlingen alle vakken op dit definitieve niveau volgen, zodat ze goed voorbereid zijn op de bovenbouw.

  • Hoe leren zij? De leerlingen krijgen de basisstof klassikaal aangeboden, waarbij ze per vak een eigen leerroute volgen. De docent biedt passende begeleiding, de leerling heeft ook een eigen coach.

  • Hoe is de rol van de leraar bij hun leren? De school is overgestapt naar coaching. Elke coach begeleidt 12 à 13 leerlingen en ziet ze wekelijks uitgebreid. Vakdocenten werken vanuit individuele leerlijnen: wat kan een leerling al, wat nog niet en wat heeft deze leerling nu nodig? Vakdocenten kennen hun leerlingen en stemmen het aanbod op ze af.

  • Waarmee leren zij? Het Liemers College maakt het (digitale) lesmateriaal, geschikt voor een brede brugklas. Elk vak heeft een basisboek, docenten differentiëren met online aanvullend materiaal.

  • Met wie leren zij? Leerlingen leren bij ons met én van elkaar, maar ook samen met de coach, de vakdocenten en de ouders.

  • Waar leren zij? In en buiten de school, zoals bij excursies en sportdagen. Ook organiseert de school vrijwilligerswerk en stages om de beroepspraktijk te leren kennen.

  • Wanneer leren zij? De schooltijden zijn tussen 8:10 - 16:35. De lestijden zijn afhankelijk van het rooster.

  • Hoe wordt hun leren getoetst? In de eerste vier maanden via observatie en formatieve evaluatie. Na het eerste dubbeladvies maken ze toetsen op dit niveau, dat per vak anders kan zijn. Het Liemers College is zoekende, hoe toetsing passend te maken is binnen het eigen systeem. In leerjaar 2 volgt een advies voor de bovenbouw.

Liemers College en de overgang naar het VO

Het Liemers College plaatst alle leerlingen met een theoretisch schooladvies, gemengd. De school deelt geen po-advies met de docenten om het risico op de self-fulfilling prophecy te verkleinen: de neiging om leerlingen onbewust te beoordelen op basis van hun oorspronkelijke advies, in plaats van hun werkelijke capaciteiten. De docenten observeren en begeleiden de leerlingen de eerste vier maanden zonder vooraf vastgestelde verwachtingen.

Ouders en leerlingen leren de school kennen in groep 8, bij een kennismakingsdag. Het schooljaar start met een introductieweek, met daarin een ouderavond. Voor de herfstvakantie zijn startgesprekken, waarbij leerlingen en ouders bespreken wat de doelen van de leerling zijn. Daarna volgen driehoeksgesprekken over het voorlopig advies en in jaar 2 over het definitieve advies voor het schoolniveau, met ouders en leerling.

Wat gaat goed?

De samenwerking met onderwijsadviesbureau 1801 betekende dat het hele team grote stappen kon zetten in de ontwikkeling van hoe met leerlingen wordt omgegaan, hoe lessen te organiseren en vorm te geven. Dit was mede mogelijk door een subsidie voor brede brugklassen.

Wat kan beter?

1.     Docenten, geven les en ontwikkelen de lessen en materialen. Hierin is meer facilitering en budget nodig zodat er tijd is om het goed te ontwikkelen.

2.     Er is meer afstemming nodig tussen de secties in de manier waarop het onderwijs wordt aangepakt. Dit zou ervoor zorgen dat het voor de leerlingen duidelijker en voorspelbaarder wordt hoe alles werkt.

3.     Sommige pubers ervaren geen externe druk om te presteren, omdat er geen afstroomdreiging is. De leerling blijft immers in dezelfde klas.

Vorige
Vorige

Doe mee aan dit onderzoek

Volgende
Volgende

Esprit Scholen Amsterdam